Handboek loonheffing 2010 en ongeval

4.10 Verzekeringsuitkeringen belast voor de loonheffingen
Banken, levensverzekeringsmaatschappijen en andere financiële instellingen moeten
vanaf 1 januari 2010 voor het eerst loonbelasting/premie volksverzekeringen
inhouden op de volgende categorieën verzekeringsuitkeringen:
1 periodieke uitkeringen die tot box 1 behoren, bijvoorbeeld uitkeringen in
verband met invaliditeit, ziekte of een ongeval
2 lijfrentetermijnen aan minderjarigen (lijfrentetermijnen aan meerderjarigen
vallen al langer onder de loonbelasting/premie volksverzekeringen, net als
termijnen uit een lijfrentespaarrekening of uit een lijfrentebeleggingsrekening)
3 afkoopsommen van lijfrenten 'oude stijl' (contracten die vóór 1992 zijn gesloten
en waarvoor de Wet op de inkomstenbelasting 1964 van vóór 1992 nog geldt) en
afkoopsommen van rechten op periodieke uitkeringen die tot box 1 behoren
4 negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen bij 'fysieke afkoop'
– afkoopsommen in geld – van lijfrenten en andere periodieke uitkeringen
waarvoor de Wet op de inkomstenbelasting 2001 geldt
Dit zijn grofweg: contracten die vanaf 1992 zijn gesloten. Een uitzondering
geldt voor kleine afkoopsommen met een waarde van maximaal € 4.146.
Kleine afkoopsommen behandelt u als categorie 3.

Verzekeringsuitkeringen in de aangifte loonheffingen verwerken
In uw aangifte loonheffingen gebruikt u voor verzekeringsuitkeringen uit categorie 1,
2 en 3 de volgende codes en tarieven:
– voor categorie 1 en 2: de normale tarieven voor de loonbelasting/premie
volksverzekeringen (groene tabel)
– voor categorie 3: het tarief volgens de tabel voor bijzondere beloningen
– inkomenscode 21 ('Overige pensioenen, lijfrenten, enz')
– code loonbelastingtabel:
– voor categorie 1 en 2: 021, 022, 023, 024 en 025 (afhankelijk van
het loontijdvak)
– voor categorie 3: 020 (tabel bijzonder beloningen)
Voor verzekeringsuitkeringen uit categorie 4 gebruikt u:
– nieuw, vast loonbelastingtarief van 52%
– inkomenscode 21 ('Overige pensioenen, lijfrenten, enz')
– code loonbelastingtabel: 950 ('52%-tarief in verband met negatieve uitgaven
bij afkoop van inkomensvoorzieningen')
Let op!
Betaalt u aan dezelfde persoon een uitkering uit categorie 4 en daarnaast een of meerdere
uitkeringen uit de andere categorieën, dan moet u de categorie-4-uitkering altijd onder een
apart nummer inkomstenverhouding in de aangifte loonheffingen opnemen. De overige uitkeringen
moet u wel samenvoegen onder één nummer inkomstenverhouding.

7.3 Tabellen voor loonbelasting/premie volksverzekeringen

Er zijn de volgende tabellen:
– witte tabellen voor loon uit tegenwoordige dienstbetrekking (en wat daarmee
op één lijn wordt gesteld) (zie paragraaf 7.3.1)
– groene tabellen voor loon uit vroegere dienstbetrekking (en daarmee gelijk gestelde
uitkeringen) (zie paragraaf 7.3.2)

7.3.5 Tabellen bijzondere beloningen
Voor bijzondere beloningen gelden speciale tabellen om de loonbelasting/premie
volksverzekeringen te bepalen: de tabellen voor bijzondere beloningen. Er zijn witte
en groene tabellen voor bijzondere beloningen (zie paragraaf 7.3.1 en 7.3.2).
De tabellen voor bijzondere beloningen past u toe op de volgende bijzondere beloningen:
– eenmalige beloningen of beloningen die maar eenmaal per jaar worden toegekend
– overwerkloon
– beloningen over een ander tijdvak (zie ook paragraaf 7.3.4, 'Herberekening bij
verschillende loontijdvakken')
– niet-opgenomen vakantiedagen van uitzendkrachten
Eenmalige beloningen
Op eenmalige beloningen of beloningen die maar eenmaal per jaar worden toegekend
zoals gratificaties, tantièmes of vakantiegeld, moet u in principe de tabellen voor
bijzondere beloningen toepassen.

17.16.1 (Eenmalige) uitkering bij overlijden of invaliditeit als gevolg van een ongeval
(aanspraken en uitkeringen)
Aanspraken op uitkeringen (en verstrekkingen) bij overlijden of invaliditeit als
gevolg van een ongeval zijn vrijgesteld. Hierbij maakt het niet uit of het gaat om
een eenmalige of een periodieke uitkering.

Een eenmalige uitkering bij overlijden is tot maximaal driemaal het loon over een
maand vrijgesteld. Het gedeelte boven driemaal het loon over een maand behoort
tot het loon waarop de tabel bijzondere beloningen van toepassing is. De vrijstelling
geldt als een van de volgende personen overlijdt:
– de werknemer
– de echtgenoot van de werknemer
– degene die in het (voorafgaande) kalenderjaar de fiscale partner is
van de werknemer
– de eigen kinderen of pleegkinderen
Het loon voor het bepalen van de hoogte van deze vrijstelling is het brutomaand-
loon, inclusief 1/12 deel van het jaarbedrag aan vaste gegarandeerde beloningen.
Meer informatie over het loon over een maand vindt u in paragraaf 17.14.
De uitkering bij invaliditeit behoort tot het loon, behalve als de uitkering
als een vrijgestelde diensttijduitkering kan worden opgevat.

De uitkering bij invaliditeit behoort tot het loon, behalve als de uitkering
als een vrijgestelde diensttijduitkering kan worden opgevat.
Als de uitkering niet eenmalig is, maar uit periodieke uitkeringen bestaat,
dan behoort de waarde van deze periodieke uitkeringen tot het loon voor de
loonbelasting/volksverzekeringen en Zvw. Een vrijstelling is dan niet van toepassing.
Het maakt dan ook niet uit of de uitkeringen verstrekt worden in verband met
invaliditeit of overlijden.

Let op!
Uitkeringen (eenmalige en periodieke) bij overlijden of invaliditeit als gevolg van een ongeval zijn geen loon voor de premies werknemersverzekeringen.

http://www.belastingdienst.nl/zakelijk/loonheffingen/lb22_loonbelasting_premie_volksverzekeringen/lb22_loonbelasting_premie_volksverzekeringen-08.html

• loon op grond van arbeidsongeschiktheid vanaf het 3e jaar na het begin van de arbeidsongeschiktheid

http://www.belastingdienst.nl/zakelijk/loonheffingen/overig2010/overig2010-06.html#P379_5246

Enkelvoudig tarief
Jaarloon Loonbelasting/premie volksverzekeringen
zonder loonheffingskorting met loonheffingskorting
€ 0 t/m € 5.940 33,45% 0,00%
€ 5.941 t/m € 18.218 33,45% 33,45%
€ 18.219 t/m € 32.738 41,95% 41,95%
€ 32.739 t/m € 54.367 42,00% 42,00%
€ 54.368 of meer 52,00% 52,00%